Nitrofiel alluviaal elzenbos

Het nitrofiel alluviaal elzenbos is een karteringseenheid in de Biologische Waarderingskaart (BWK) van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met als code 'vn'.

In de vegetatiekunde wordt dit biotoop vertegenwoordigd door twee rompgemeenschappen, de gemeenschap van canadapopulier en schaafstro en de rompgemeenschap van grote brandnetel.

Het nitrofiel alluviaal elzenbos staat gewaardeerd als 'Biologisch zeer waardevol'.

Naamgeving, etymologie en codering

Kenmerken

Nitrofiele alluviale elzenbossen zijn te vinden op vrij natte tot natte voedselrijke bodems en zijn in te delen in twee types, een natte variant die vooral voorkomt in beek- en riviervalleien en gekenmerkt wordt door moerasplanten en zegges, en een droger type met vooral stikstofminnende- en ruigtekruiden.

Soortensamenstelling

De boomlaag bestaat meestal uit zwarte els, gewone es en wilgen, maar dikwijls is het ingeplant met canadapopulier. De kruidlaag bestaat, afhankelijk van het type elzenbos, uit vochtminnende soorten als dotterbloem, moerasspirea, moesdistel, oeverzegge, scherpe zegge en gele lis, of uit stikstofminnende soorten als grote brandnetel, kleefkruid en hondsdraf.

Voor een compleet overzicht van de indicatieve soorten, zie de rompgemeenschappen van canadapopulier en schaafstro en van grote brandnetel.

Verspreiding en voorkomen

Nitrofiele alluviale elzenbossen komen buiten de Duin- en Polderstreek bijna overal in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor, vooral in de voedselrijke valleigronden.

Bronnen, noten en/of referenties
  • Vriens L., Bosch H., De Knijf G., De Saeger S., Guelinckx R., Oosterlynck P., Van Hove M. & Paelinckx D. (2011). De Biologische Waarderingskaart. Biotopen en hun verspreiding in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. INBO.M.2011.1, Brussel. ISBN 9789040303142

· · Sjabloon bewerken
Indeling van de BWK-karteringseenheden (Biologische Waarderingskaart)
Strand en duinen:duinstruweel (sd(b))
Halfnatuurlijke graslanden:Struisgrasvegetatie (ha) · Dotterbloemgrasland (hc) · Kalkgrasland (hk) · Vochtig schraalgrasland (hm, hmm, hme) · Vochtig heischraal grasland (hmo) · Droog heischraal grasland (hn) · Mesofiel hooiland (hu)
Soortenrijke permanente graslanden:Vochtig grasland gedomineerd door russen (hj) · Soortenrijk permanent cultuurgrasland (hp*, hpr*) · Soortenrijk permanent cultuurgrasland met zilte elementen (hpr(*)+da, hp(*)+da, h+da)
Struweel:struweel op kalkrijke bodem (sk) · gagelstruweel (sm) · kapvlakte (se) · vochtig wilgenstruweel op venige of zure grond (so) · vochtig wilgenstruweel op voedselrijke bodem (sf)
Vallei- en moerasbossen:ruderaal olmenbos (ru, rud) · bronbos (vc) · alluviaal elzen-essenbos (va) · elzen-eikenbos (vf) · nitrofiel alluviaal elzenbos (vn) · elzenbroek (vm) · oligotroof elzenbroek met veenmossen (vo) · venig berkenbroek (vt)
Eiken- en beukenbossen:eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint (qe) · eiken-haagbeukenbos (qa) · eiken-haagbeukenbos op mergel (qk) · eikenbos met witte veldbies (ql) · zuur eikenbos (qs) · eiken-berkenbos (qb) · beukenbos met wilde hyacint (fe) · beukenbos met voorjaarsflora zonder wilde hyacint (fa) · beukenbos met parelgras en lievevrouwebedstro (fm) · beukenbos op mergel (fk) · beukenbos met witte veldbies (fl) · zuur beukenbos (fs)